Zorgproces Medicatiegebruik

Publieksversie

Er zijn verschillende situaties waarin het nuttig is voor de zorgverlener om informatie van de patiënt over het gebruik van medicatie vast te leggen: bij zelfmedicatie, afwijkend medicatiegebruik en wanneer er sprake is van medicatiegebruik volgens een onbekende afspraak.

Zelfmedicatie

Wanneer de patiënt zelf bij de drogist medicatie koopt en de huisarts informeert dat hij deze medicatie gebruikt, legt de huisarts dit vast als medicatieafspraak als hij het ermee eens is en hij dit relevant acht voor medicatiebewaking. Als een patiënt bijvoorbeeld lage rugklachten heeft en meldt dat hij hiervoor paracetamol gebruikt, is het goed mogelijk dat de huisarts dit prima vindt en adviseert hiermee voorlopig door te gaan.

Het is echter ook mogelijk dat de patiënt medicatiegebruik meldt, wat de huisarts niet onderschrijft. De patiënt meldt bijvoorbeeld het gebruik van Sint Janskruid, dat interacties kan geven met diverse geneesmiddelen. Ondanks uitleg over risico’s kiest de patiënt ervoor om dit middel te blijven gebruiken. Al is de huisarts geen voorstander van het gebruik van het Sint Janskruid, toch wil hij graag voorkomen dat er interacties met andere geneesmiddelen zijn. Hij leg legt het gebruik van het Sint Janskruid dan vast als Medicatiegebruik (zelfgebruik).

 Afwijkend medicatiegebruik

Als de patiënt de huisarts informeert over afwijkend medicatiegebruik, terwijl de arts zelf verantwoordelijk is voor de medicatieafspraak, kan de arts meteen een nieuwe medicatieafspraak maken met de patiënt.

Als het medicatie betreft waarvoor een medisch specialist verantwoordelijk is, en de huisarts kennis neemt van afwijkend medicatiegebruik daarover, legt de huisarts dit vast als afwijkend Medicatiegebruik.

Een voorbeeld is een patiënt die furosemide eenmaal daags voorgeschreven heeft gekregen door de cardioloog. Hij vindt het frequente plassen lastig en gebruikt het middel daarom maar 3 x week. De patiënt vertelt dit aan de huisarts, die niet de hoofdbehandelaar is van de aandoening waarvoor het middel is voorgeschreven (en geen nieuwe medicatieafspraak hierover maakt). Het is dan zinvol om dit als medicatiegebruik vast te leggen. De medicatiebewaking is zo van toepassing op de daadwerkelijk gebruikte informatie. Indien gewenst kan de huisarts de specialist over het medicatiegebruik informeren.

Een vergelijkbare situatie kan zich voordoen bij een POH die geen nieuwe medicatieafspraken mag maken als een patiënt haar informeert over medicatie die werd voorgeschreven door de huisarts. Ook zij kan dan het afwijkend medicatiegebruik vastleggen als medicatiegebruik en dit communiceren met de huisarts.

Een voorbeeld waarbij de arts afwijkend medicatiegebruik vastlegt over medicatie die hij zelf heeft voorgeschreven,  is bijvoorbeeld de situatie waarbij de patiënt meldt dat hij voortijdig is gestopt met zijn antibioticum-kuur omdat zijn klachten al over waren. Het is niet zinnig om in dit geval een nieuwe medicatieafspraak te maken. Toch is dit nuttige informatie: Als de klachten snel terugkeren, kan dit namelijk komen doordat de kuur niet is afgerond.

Gebruik bij onbekende afspraak

Soms krijgt de huisarts of POH informatie van een patiënt dat hij medicatie gebruikt die nog ontbreekt in het overzicht van medicatie. Zelfs als de huisarts hierover zelf geen afspraken wil maken met de patiënt, is het soms zinnig om deze informatie vast te leggen in het HIS, bijvoorbeeld voor medicatiebewaking.

Dit komt bijvoorbeeld voor als de huisarts de patiënt heeft doorverwezen naar de specialistische GGZ in verband met verdenking ADHD. De patiënt vraagt enige tijd later aan de huisarts een herhaalrecept methylfenidaat. De psychiater zou met deze medicatie zijn gestart. De psychiater heeft echter nog geen brief gestuurd hierover. De huisarts herhaalt in dit geval de medicatie niet en verwijst de patiënt hiervoor naar de psychiater. Wel besluit de huisarts het gebruik van methylfenidaat vast te leggen zodat medicatiebewaking plaats vindt.

In dit voorbeeld geldt dat, wanneer de informatie wel direct afkomstig zou zijn van de specialist (bijvoorbeeld telefonisch of via een brief), de huisarts dit vastlegt als externe medicatieafspraak. Als de patiënt dit echter zelf vertelt zonder dat er informatie is van de specialist, zal de huisarts dit vastleggen als medicatiegebruik.