Opbouw

Het HIS-Referentiemodel beschrijft functionaliteit voor het beheren van gegevens in het dossier van de patiënt in een HIS. Het HIS-Referentiemodel kent hiervoor drie invalshoeken: thema's, indeling en gegevens. Er is zowel een publieksversie als een volledige versie van het HIS-Referentiemodel. In de beschrijving is ook op hoofdlijnen meegenomen tot welke functionaliteit een medewerker toegang heeft.

Thema's, Indeling en Gegevens

Een thema start met de context van een onderwerp: wat gebeurt er in het zorgproces rondom dit onderwerp en wat is hierbij belangrijke informatie voor het dossier? Vervolgens wordt bij thema en onder gegevens en functionaliteit verder beschreven hoe het HIS dit deel van het zorgproces ondersteunt. Daar worden ook de dossierdelen en gegevens die bij het thema horen genoemd, waarbij de lezer kan doorklikken naar deze onderdelen en gegevens.

De Indeling beschrijft de dossierdelen en andere delen in het HIS op een functioneel niveau. Een dossierdeel beschrijft de functionaliteit van dat onderdeel in het HIS. Daarbij worden ook de gegevens benoemd, die er worden beheerd.

De gegevens beschrijven medische en anderssoortige gegevens: hoe zien deze gegevens eruit en hoe gaat de gebruiker om met deze gegevens?

Volledige versie versus publieksversie

De volledige versie biedt veel informatie speciaal bedoeld voor software-bouwers en informatici. De volledige versie is in te zien wanneer u een licentie heeft op het HIS-Referentiemodel. In de volledige versie zijn thema’s, dossierdelen en medische gegevens aangevuld met extra informatie. ‘Gegevens’ zijn in de volledige versie gespecificeerd als klassen met eigenschappen, methodes en relaties.

Vergeleken met de papieren / pdf versie is er meer informatie achter 'links' geplaatst. Het idee is dat u zo kunt inzoomen op relevante informatie als u dat wenst. Zoals bij de beschrijving van eigenschap of methoden bij een klasse. Als u de printvriendelijke versie bekijkt van een medisch gegeven (klasse) of dossierdeel, dan is al deze informatie 'uitgeklapt'. 

Toegang tot functionaliteit

Het HIS-Referentiemodel beschrijft de functionaliteit van een HIS voor het beheren van de medische gegevens in het dossier van de patiënt. Het HIS-Referentiemodel schrijft niet voor welke rechten aan een specifieke soort medewerker (bv huisarts, POH of assistente) hierin wordt toegekend. Het HIS-Referentiemodel beschrijft wel op hoofdlijnen wie toegang heeft tot bepaalde functionaliteit. Dit gebeurt met drie medewerkersniveaus:

  • Medewerker. De medewerker heeft toegang tot basale functies. Een medewerker (bijvoorbeeld de assistente) heeft toegang tot de Patiëntenadministratie.
  • Praktijkmedewerker. Een praktijkmedewerker (bijvoorbeeld de praktijkassistente) heeft naast toegang tot de basale functies de mogelijkheid het Medisch dossier in te zien en concept-items vast te leggen.
  • Medisch medewerker. De huisarts (of huisarts in opleiding) heeft het niveau van medisch medewerker, en heeft daarmee toegang tot de functies van het niveau van praktijkmedewerker en daarnaast tot het definitief opslaan van episode-items en het herstellen van fouten in het dossier.

Een medewerkerniveau is niet een concept dat in een HIS geïmplementeerd wordt. De autorisatie zal in een HIS uitgewerkt worden op basis van autorisatierollen (zie Praktijkdossierdeel Autorisatie). De benoeming van het medewerkersniveau bij de beschrijving van functionaliteit geeft wel een basis voor de invulling van de rechten bij de diverse autorisatierollen.

Hij / zij

Overal waar ‘hij’ staat kan ook ‘zij’ of ‘hen’ gelezen worden, afhankelijk van de situatie