Wanneer is het zinvol het medicatiegebruik vast te leggen?

Publieksversie

​In de huisartsenpraktijk kan de huisarts of de POH het medicatiegebruik vastleggen. Het is zinvol om dat op een gestructureerde wijze te doen wanneer het bijdraagt aan de medicatieveiligheid: wanneer er op bewaakt kan worden en ten behoeve van overdracht naar andere zorgverleners.

Als de patiënt aan de arts meldt dat hij zijn medicatie anders gebruikt dan is afgesproken, dan kan de huisarts dit met de patiënt bespreken. Soms leidt dat tot een nieuwe medicatieafspraak over het gebruik van het middel. In dat geval ziet de huisarts het niet als relevant om ook nog het medicatiegebruik vast te leggen zoals heeft plaatsgevonden, dat is immers meteen achterhaald. Wanneer de huisarts (of POH) er geen (medicatie-)afspraak over maakt, maar het wel relevant vindt om op te bewaken, zal hij het als medicatiegebruik vastleggen.

Er zijn drie situaties de onderscheiden waarin het medicatiegebruik wordt vastgelegd:

  • afwijkend gebruik
  • zelfmedicatie
  • gebruik bij onbekende afspraak 

Deze situaties zijn beschreven in het medisch gegeven medicatiegebruik.