Medisch gegeven Medicatieafspraak

Publieksversie

In een Medicatieafspraak wordt vastgelegd wat er met de patiënt is afgesproken over het gebruik van een geneesmiddel. Deze afspraak omvat in welke periode en in welke dosering het geneesmiddel moet worden gebruikt, of dat het wordt gestaakt.

Een medicatieafspraak wordt vastgelegd in het kader van een episode. Voordat de medicatieafspraak definitief is, heeft het de status van concept-medicatieafspraak. Dit biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om een of meerdere concept-medicatieafspraken vast te leggen, daarover medicatiebewaking te laten uitvoeren en eventueel iets aan te passen alvorens de medicatieafspraken definitief vast te leggen.

Geneesmiddel

De huisarts legt in de medicatieafspraak vast om welk geneesmiddel het gaat. Voor deze functionaliteit maakt het systeem gebruik van de G-Standaard van Z-Index voor de identificatie van het geneesmiddel.

Dosering

De NHG-Tabel Gebruiksvoorschrift (tabel 25) specificeert de wijze waarop de dosering wordt vastgelegd in de traditionele vorm volgens de structuur van ‘2 maal daags 1 tablet’ (2D1T). Naast deze traditionele wijze kan de dosering ook beschreven worden in vier dagdelen (’s ochtends, ’s middags, ’s avonds en voor de nacht). De huisarts kan bijvoorbeeld in vier vakjes het te gebruiken aantal vastleggen, waarbij ieder vakje voor een dagdeel staat. Deze wijze van voorschrijven is met name van belang voor de situatie van wisselend gebruik over de dag, bijvoorbeeld ’s ochtends een halve tablet (0,5 in eerste vakje) en ’s avonds 1 tablet (1 in het derde vakje). In plaats van een dosering kan worden aangegeven of de medicatie wordt gestaakt.

Datums

  • De afspraakdatum is het moment waarop de afspraak is gemaakt met de patiënt.
  • De ingangsdatum is de afgesproken datum waarop de afspraak ingaat (bij zowel het starten, wijzigen of staken van de medicatie), zo kan medicatie gepland worden gestart of gewijzigd.
  • De einddatum is niet een logistieke einddatum, zoals in het voorschrift het geval was, maar geeft aan tot wanneer er afgesproken is om het geneesmiddel te gebruiken ongeacht de hoeveelheid of duur in het verstrekkingsverzoek. De einddatum kan open blijven, wat 'voor onbepaalde duur' inhoudt.
  • Wanneer de medicatie gewijzigd wordt, wordt een nieuwe medicatieafspraak gemaakt en vervalt de vorige actuele medicatieafspraak met ingang van de nieuwe afspraak. Conform deze regel wordt de effectieve einddatum vaan de vorige medicatieafspraak aangepast.
  • Op de effectieve einddatum eindigt de effectieve periode, de periode waarin de afspraak van toepassing is (zie Lees verder).

Weerstandsverlagende medicatie

In de G-Standaard zijn geneesmiddelen die weerstandverlagend werken, gemarkeerd met een bijzonder kenmerk 87 'Mogelijk grieprisico - Weerstandsverlagend middel'. De huisarts zal bij de zorg voor patiënten, die deze geneesmiddelen gebruiken, rekening houden met hun verminderde weerstand. Deze patiënten komen in aanmerking voor profylaxe en de griepvaccinatie.

Als een medicatieafspraak wordt geregistreerd over een geneesmiddel dat in de G-standaard gekenmerkt is als weerstandverlagend middel, vraagt het systeem aan de huisarts of hij de ’Profylaxe bij immuun gecompromitteerde patiënt’ wil vastleggen. Het systeem toont hierbij de aanbevolen profylaxe en de daarbij behorende toelichting uit NHG-Tabel 56 Profylaxe.

In de griepselectie worden de patiënten meegenomen, waarvoor een actuele medicatieafspraak aanwezig is over een geneesmiddel met als bijzonder kenmerk 87 'Mogelijk grieprisico - Weerstandsverlagend middel' uit de G-standaard.

Medicatieafspraak

Het voorstel van een voorschrijver tot gebruik van medicatie waarmee de patiënt akkoord is. De afspraak kan zowel starten, wijzigen als staken van medicatie betreffen.

Begrippen