Medisch gegeven Toediening

Publieksversie

Als de huisarts (of een van de andere medewerkers uit de huisartsenpraktijk) tijdens een contact een geneesmiddel toedient aan een patiënt, zoals een vaccinatie of een diclofenac-injectie, legt hij dit vast als Toediening. 

Een toediening kan vallen onder een eerder gemaakte medicatieafspraak (zoals de prikpil voor anticonceptie of een hormooninjectie bij prostaatcarcinoom), of incidenteel zijn (zoals een diclofenac-injectie bij een niersteenkoliek of een morfine-toediening tijdens een visite bij een palliatieve patiënt). Bij toediening kan er sprake zijn van een vaccinatie, zoals de griepvaccinatie of een tetanusinjectie. De hoeveelheid toegediende medicatie wordt vastgelegd met behulp van NHG-Tabel Gebruiksvoorschrift (tabel 25).

De praktijkmedewerker legt het geneesmiddel en de toegediende hoeveelheid vast. Wanneer het een vaccinatie betreft dan legt de huisarts het Batch-nummer bij de toediening vast. Tenslotte kan in vrije tekst een toelichting worden gegeven. 

Na het vastleggen van een Toediening met het kenmerk vaccinatie (het kan gaan om een eigen Toediening of de registratie van een externe Toediening) krijgt de zorgverlener de vraag of hij de immuun-status wil bijwerken.

Toediening

Een afzonderlijke de toediening van een geneesmiddel aan de patiënt.

Een Toediening kan bijvoorbeeld een injectie zijn, maar ook het aanreiken van tabletten en toezien op inname. Een toediening kan een vaccinatie zijn. 

Begrippen