Medisch gegeven Medicatie-overgevoeligheid

Publieksversie

Een medicatie-overgevoeligheid beschrijft een overgevoeligheid van een patiënt voor een geneesmiddel, een stof of een geneesmiddelengroep, waarmee rekening gehouden moet worden bij het voorschrijven van medicatie.

Een medicatie-overgevoeligheid wordt gecodeerd vastgelegd, zodat de medicatiebewaking hier rekening mee kan houden, wanneer de huisarts dit geneesmiddel een volgende keer voorschrijft.

Indien de huisarts bepaalt dat het betreffende geneesmiddel, de betreffende stof of de betreffende groep geneesmiddelen, waarvoor de patiënt overgevoelig is, absoluut niet meer voorgeschreven mag worden, legt hij een ‘blokkade’ vast bij de medicatie-overgevoeligheid. Door de blokkade kan het middel niet meer worden voorgeschreven totdat de huisarts de blokkade expliciet opheft.

Om de waarde van de vastgelegde overgevoeligheid goed te kunnen inschatten kan de huisarts ook vastleggen wat de bron is van de overgevoeligheid (bijvoorbeeld: de patiënt meldt dat de allergoloog een overgevoeligheid bij hem heeft vastgesteld). Ook kan hij de overgevoeligheidsreactie omschrijven (zoals urticaria of een bijwerking zoals ernstige hoofdpijn) en de ernst van de reactie vastleggen (volgens NHG-tabel 55 ernst overgevoeligheidsreactie).

De overgevoeligheid kan worden vastgelegd vanuit het dossierdeel contra-indicaties of het dossierdeel medicatie. Wanneer de huisarts vanuit het dossierdeel medicatie de medicatie staakt of wijzigt en daarbij bij de reden 'overgevoeligheid (bijwerking / allergie / intolerantie)' kiest, wordt hem gevraagd of hij het geneesmiddel wil vastleggen als medicatie-overgevoeligheid.

Medicatie-overgevoeligheid

Een allergie of intolerantie op een specifiek geneesmiddel, geneesmiddelengroep en/of stof voorkomend in een geneesmiddel.

Voor welk middel, groep of stof de overgevoeligheid is, wordt gecodeerd volgens de G-standaard.

Begrippen