Thema Wilsbeschikking

Publieksversie

Huisarts en patiënt stemmen af wat de wensen van de patiënt zijn rondom het levenseinde. Het initiatief hiervoor kan uitgaan van de patiënt of van de arts. Er kunnen afspraken gemaakt worden over het handelen in acute situaties (bijvoorbeeld reanimatie), maar ook minder spoedeisende situaties kunnen besproken worden. Soms biedt de patiënt een wilsverklaring aan bij de zorgverlener, waarin hij zijn wensen beschrijft.

Inleiding

Rondom de wilsbeschikking worden verschillende zaken besproken en vastgelegd. Met name de informatie over wensen van de patiënt in acute situaties moet eenduidig worden vastgelegd, gemakkelijk in beeld blijven en eenvoudig gedeeld kunnen worden met medebehandelaren, zodat bij besluiten tot acties zoals reanimatie, ziekenhuisopname en beademing, de wil van de patiënt kan worden meegenomen.

Wat rondom het levenseinde ook vaak speelt is de vertegenwoordiging van een patiënt. Een patiënt kan iemand aanwijzen om namens hem als vertegenwoordiger op te treden in geval van wilsonbekwaamheid. Hierover is meer te lezen bij Thema Contactpersonen en vertegenwoordiging patiënt.

Zorgproces en Informatie

De huisarts bespreekt met de patiënt bij voorkeur op een rustig moment, welke wensen de patiënt heeft rondom het levenseinde. Zowel huisarts als de patiënt kunnen het initiatief nemen om deze zaken te bespreken. Tijdens zo’n gesprek kan het handelen in acute situaties besproken worden (bijvoorbeeld reanimatie). Ook niet-acute zaken kunnen aan de orde komen (bijvoorbeeld dat de patiënt het liefst thuis wil sterven). De afspraken over de wensen van de patiënt in acute situaties worden gezien als behandelgrenzen. Het meest sprekende voorbeeld is het al of niet reanimeren. Het kan echter ook gaan over bijvoorbeeld het al dan niet beademen, opname in het ziekenhuis of het weigeren van bloedproducten. In acute situaties dienen deze behandelgrenzen duidelijk in beeld te zijn en gemakkelijk te kunnen worden overgedragen, om dan rekening te kunnen houden met de wensen van de patiënt.

Wanneer de patiënt wilsonbekwaam is of wanneer het gaat om kind, dan wordt een behandelgrens (ook) met de vertegenwoordiger(s) afgesproken.

Het komt voor dat de patiënt een schriftelijke wilsverklaring (bijvoorbeeld een euthanasieverklaring of niet-reanimeerverklaring) aanbiedt aan zijn huisarts om toe te voegen aan het medisch dossier. In die situatie is het ook van belang dat de huisarts ook in gesprek gaat met de patiënt over diens wensen rondom het levenseinde en concrete afspraken maakt over wel of niet behandelen in acute situaties.

De huisarts bespreekt de wensen rondom het levenseinde regelmatig met de patiënt om deze gegevens actueel te houden.

Gegevens en Functionaliteit

Het gesprek met de patiënt over wensen rondom het levenseinde wordt in de eerste plaats vastgelegd in een SOEP-verslag. In het dossierdeel Deelcontacten is zo terug te zien wat eerder is besproken.

De wensen voor behandeling in de acute situatie worden als behandelgrenzen vastgelegd in het dossierdeel Behandelgrenzen.

Wilsverklaringen worden als correspondentie toegevoegd aan het dossier.

Dossierdeel Behandelgrenzen

In dit dossierdeel worden behandelgrenzen ingezien, vastgelegd en beheerd.

Meer over  Dossierdeel  Behandelgrenzen

Medisch gegeven Behandelgrens

In een behandelgrens wordt aangegeven welke behandeling wel, niet of onder welke voorwaarden moet worden uitgevoerd.

Meer over  Medisch gegeven  Behandelgrens

Begrippen